Plusnederlands

Voor docenten

Iets voor jullie school?
PlusNederlands is bedoeld als aanvulling op de reguliere lesuren in het schoolvak Nederlands. Het programma beoogt in te spelen op de nieuwsgierigheid die in het schoolvak gewekt wordt.  Leerlingen leren vanuit meerdere perspectieven vragen te stellen over taalsysteem, taalgebruik en literatuur. De onderdelen Olympiade en Schrijfakademie staan open voor leerlingen van alle schooltypen. Het onderdeel Onderzoekslab is speciaal bedoeld voor vwo 5 en 6 leerlingen.

  • Leerdoel 1: over de Nederlandse taal leren denken. PlusNederlands focust op problematiek die samenhangt met schaalgrootte. De leefwereld van leerlingen wordt gedurende de middelbare schooltijd steeds groter, en PlusNederlands geeft ze stof tot nadenken over talige en culturele verschijnselen in die uitdijende leefwereld.
  • Leerdoel 2: met de Nederlandse taal leren experimenteren. We kiezen voor enerzijds het spelen met taal via creatieve schrijfexperimenten en anderzijds het ontdekken en beschrijven van diverse talige uitingen via het opzetten en uitvoeren van eigen onderzoek: het gebruiken van eigen intuïties, het vergelijken met andermans oordelen, het gebruik van corpora of het ontwerpen van een klein experiment.
  • Leerdoel 3: de rijkheid van de Nederlandse taal en cultuur ervaren. Door onderzoek en excursies ontdekken leerlingen welke rol de Nederlandse taal speelt in de samenleving en hoe verschillende instanties bijdragen aan het benutten van alle talige en culturele kennis.
Die drie leerdoelen worden geconcretiseerd in twee onderdelen:

Wat? Doel? Wie? Voor wie?
Olympiade in competitief verband zoeken van oplossingen voor talige en culturele problemen KANTL, Taalunie, Maatschappij der Nederlandse letterkunde, Kevin Absillis en Valerie Rousseau (Universiteit Antwerpen), Marc van Oostendorp (RU Nijmegen) leerlingen van vmbo tot vwo
Onderzoekslab taal- en cultuuronderzoek leren doen en in aanraking komen met talige en literaire instituties en organisaties in het veld van de neerlandistiek Kristel Doreleijers, Els Stronks (Universiteit Utrecht) vwo 5 en 6 leerlingen

 

Hoe scholen het plusprogramma regelen en beoordelen is afhankelijk van de onderdelen die zij besluiten te gebruiken. Ze kunnen daarbij hulp krijgen van de makers van PlusNederlands: dat kan per email, telefonisch of door het plannen van een schoolbezoek. Uit onderzoek weten we dat leerlingen elkaar kunnen stimuleren via teamwerk en het creëren van een gemeenschap die zich bezig houdt met een plusprogramma. Denkbaar is bijvoorbeeld:

    • wekelijkse bijeenkomsten met alle leerlingen uit alle schooltypen die onder begeleiding van een vakdocent hun vorderingen in het programma bespreken en rapporteren aan elkaar. Digitale peerfeedback of peergrading ter voorbereiding van dit soort bijeenkomsten is ook denkbaar. Dit heeft als voordeel dat leerlingen zien hoe andere leerlingen op verschillende manieren invulling geven aan de opdrachten, én dat zij zien dat bij wetenschappelijke vragen/experimenten één uniek antwoord niet vaststaat/volstaat;
    • individuele begeleiding door de vakdocent van leerlingen, of groepjes leerlingen die bezig zijn met onderdelen van PlusNederlands op vaste momenten in de week/in de maand. Leerlingen maken aan het begin van het schooljaar kennis met elkaar door samen te werken aan een intensieve opdracht (bijvoorbeeld een excursie in het kader van een excursie bij Verkenningen).;
    • speciale faciliteiten regelen voor leerlingen die deelnemen aan PlusNederlands, zoals een kamer en/of en een virtuele ontmoetingsplek, zodat niet alleen face-to-face interactie wordt gestimuleerd, maar ook online interactie. Interactie kan dan flexibel zijn. Leerlingen van de PlusNederlands gemeenschap kunnen elkaar ontmoeten, samen studeren, elkaar vragen stellen of samen aan projecten werken.
    • collectieve presentaties laten verzorgen door leerlingen die deelnemen aan PlusNederlands. Zij kunnen leerlingen die PlusNederlands niet volgen op de hoogte brengen van hun vorderingen, bijvoorbeeld als onderdeel van het reguliere lesprogramma.

Neerlandistiek.nl: de meest recente vakdiscussies en besprekingen van wetenschappelijke boeken en artikelen.
Hanne ten Berge, Ada Kool, Leontien Kragten en Norbert Ruepen, Programma’s voor excellentieonderwijs. Ervaringen uit hoger onderwijs vertaald naar het mbo. Utrecht 2018.